Brandstofkwaliteit

Standpunt
25 september 2024
#Schone schepen

Bijmenging van ongewenste (afval)stoffen in stookolie moet worden voorkomen door aanvullende kwalitatieve kaders, met een voorkeur voor wereldwijde kaders.

Waarom is dit belangrijk?

Zeeschepen worden met enige regelmaat geconfronteerd met een slechte kwaliteit scheepsbrandstof in verschillende havens waar ze  . Dit kan leiden tot problemen met de scheepsmotoren, waardoor een schip in het ergste geval stuurloos raakt maar vormt ook een gevaar kan vormen voor de bemanning.

Daarnaast wil de scheepvaartsector niet gebruikt en gezien worden als de verbrander van verboden (afval)stoffen door illegale praktijken. Dit is namelijk niet alleen schadelijk voor het mariene milieu, maar ook voor de bemanning aan boord die eraan wordt blootgesteld.

Wereldwijd is in de meeste bunkerhavens nog weinig controle op de kwaliteit van de scheepsbrandstof. Hierdoor ontstaat er een risico dat verboden en illegale stoffen worden toegevoegd aan stookolie. Dit maakt dat we als zeevaartsector pleiten voor een structurele oplossing om bijmengpraktijken van ongewenste stoffen te voorkomen en een goede bunkerkwaliteit na te streven.

Transparantie en betrouwbaarheid zijn van essentieel belang in de gehele  . Net zoals iedereen in het dagelijkse leven de auto voltankt bij een tankstation zonder zich zorgen te maken over de kwaliteit van brandstof, willen reders ook in goede trouw kunnen bunkeren.

Hoe lossen we dit op?

Wereldwijd heerst het probleem dat er in een aantal gevallen ongewenste bijmenging van schadelijke stoffen in stookolie plaatsvindt. De KVNR pleit daarom voor aanvullende kwalitatieve kaders voor stookolie om de uitstoot van schadelijke effecten te verminderen, veiligheid te verbeteren en de bemanning beter te beschermen.

Een enquête die onder de KVNR-leden was verspreid in het voorjaar van 2024 heeft aangetoond dat 69% van de reders die in Nederland bunkeren problemen ervaart met de kwaliteit van stookolie. De leden rapporteerden operationele en technische problemen, evenals gezondheidsklachten door (giftige) brandstofdampen. Onderzoeken tonen aan dat stookolie soms stoffen bevat die niet afkomstig zijn van normale raffinageprocessen.

Aanvullende kwalitatieve kaders voor stookolie zijn daarom noodzakelijk. De bestaande wet- en regelgeving biedt nog steeds ruimte voor schadelijke bijmenging. Zo richt de   zich vooral op functionele bruikbaarheid in plaats van op milieu-impact. Daarnaast bevat   regels tegen schadelijke bijmenging, maar er is geen algemeen uniforme standaard voor de beoordeling.

De internationale aard van stookolieproductie maakt het bovendien moeilijk om de herkomst en samenstelling van stookolie te achterhalen. Zelfs binnen de Europese Unie gelden verschillende regels, wat de handhaving compliceert. Het is noodzakelijk dat de herkomst van stoffenstromen beter te herleiden is, en er dienen gerichte toezichtstrategieën te worden ontwikkeld om deze uitdagingen aan te pakken.

Stand van zaken - 1 november 2024

Op 19 juli 2024 heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat een brief aan de Tweede Kamer gestuurd, waarin de problemen met betrekking tot het bunkeren van stookolie in Nederland worden behandeld. In deze Kamerbrief worden de uitkomsten besproken van een risicoanalyse uitgevoerd door de Inspectie Leefomgeving en Transport , gericht op de bijmenging van afvalstoffen in stookolie. Daarnaast komt ook het onderzoek naar kwalitatieve kaders voor stookolie aan bod, uitgevoerd door onderzoeksbureau TAUW.

De problematiek rondom schadelijke (afval)stoffen in stookolie voor zeeschepen is een onderwerp dat regelmatig terugkomt in het publieke debat. De zorgen over de kwaliteit van stookolie en de mogelijke risico's van bijmenging zijn groeiende, wat de noodzaak van een grondige risicoanalyse en heldere richtlijnen benadrukt. Naar aanleiding van toezeggingen uit eerdere Kamerbrieven en een Commissiedebat heeft de ILT de risicoanalyse uitgevoerd en zijn er kwalitatieve kaders voor stookolie onderzocht door onderzoeksbureau TAUW.

Deze initiatieven zijn essentieel om de veiligheid en duurzaamheid van gebunkerde stookolie in Nederland te waarborgen. De resultaten van deze analyses zullen ongetwijfeld bijdragen aan de toekomstige wet- en regelgeving op dit gebied.

In de formatie van toekomstige wet- en regelgeving draagt de KVNR haar steentje bij door de ILT en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat doorlopend te ondersteunen met kennis uit de sector. Gezamenlijk wordt er gekeken naar de opties om tot uitvoerbaar beleid te komen, dat ervoor zorgt dat de kwaliteit van stookolie geborgd blijft. Hiervoor blijft de KVNR ook continu in gesprek met de brandstofsector.

Auteur en persvoorlichting

Auteur

Anouk Henkelman

Klimaat en Milieu
Persvoorlichting

Nathan Habers

Hoofd Communicatie & Public Affairs